NATHAN VAN KINS
Fotografie is wat ik altijd al heb willen doen. Ik dacht er soms zelfs aan om te stoppen met de middelbare school om een fotografie opleiding te volgen.
Na toch mijn havo-diploma gehaald te hebben, was ik klaar om met een positieve houding een opleiding te beginnen in Utrecht. Ik was vereerd toen ik de toelating mocht doen en ben ik er met goede moed naar toe gegaan. Al na 5 minuten vertelde ze mij dat mijn kunst niets betekende voor ze en dat mijn portfolio zorgwekkend was.
Verslagen en diepbedroefd slenterde ik terug naar het station om de trein terug naar huis te nemen. Op het station stortte ik helemaal in en begon ik in elkaar gezakt te huilen. Toen knielde er iemand naast me en mij vroeg of het wel met me ging.
Het was iemand die ik nog nooit eerder had gezien. Een wildvreemde, die een andere wildvreemde wilde steunen. Ze hielp me om weer op te staan, vroeg of ik er over wilde praten en of ze iets voor me kon doen. Ik kreeg tissues en ze hielp me naar een plek om met haar te gaan zitten.
Ik vertelde haar dat ik was afgewezen door de school waar ik zo graag naartoe wilde, waar ik zo hard mijn best voor had gedaan. Het voelde als of ik helemaal werd uitgekauwd, alsof ik geen persoon met gevoelens was.
Ze troostte mij alsof we elkaar al jarenlang kenden. Een arm om me heen en volle aandacht voor mij. Juist in de corona-periode, waarin je wordt gevraagd om afstand te houden, nam deze vreemde persoon de tijd om voor mij te zorgen. Om te checken of ik oké was en wel veilig thuis zou komen. Dat was een act of kindness die ik nog nooit eerder had ervaren en ook nooit had verwacht.
Ik vond het zo bijzonder dat iemand op het drukste station van Nederland oog had voor iemand die ze nog nooit eerder had ontmoet. Dat iemand oog had voor mij, wanneer ik die het meeste nodig had.
Dat ik er nu een beeld van mag maken, voelt als zoete wraak naar de school toe die mij niet wilde hebben.